donderdag 22 februari 2018

Thee-la

,

Ik heb de ogen van mijn moeder. Of mijn oma, van wie mijn moeder ze kreeg.
Mijn zus heeft dezelfde, maar dan donkerder, dieper, warm.
Dan zijn mijn krullen weer een mix, dubbel zoveel haar van beide kanten.
Ik kan piekeren zoals mijn vader, hoewel hij niet uit dat hij piekert. Ik wel.
Van mijn vriend heb ik geleerd om te filteren wanneer ik wel of niet kan uiten wat er van binnen leeft.
En te houden van wat ik niet uit. Dat is altijd in mij.
Ik heb verschillende vriendinnen die allemaal andere delen van mij in zich dragen, dingen die ik ook doe of wil of leuk vind of kan.
Ik voel de hele wereld vaak. Mijn huid lijkt wel een spiegel.
In mijn jas bewaar ik een steen waar ik in kan knijpen als de dag me te veel wordt.
Ik leg mijn sjaal elke avond in de thee-la, zodat hij ruikt als thuis wanneer ik daar niet ben.
Zo ben ik altijd thuis bij mij.
En als ik me alleen voel kijk ik in de spiegel.
Want daar is mama. En papa. En mijn zus, wiens ogen weer terug komen in haar kinderen.

We zijn nooit eenzaam.
We dragen elkaar mee.

L.B. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten